Open Monumentendag 2023 – Levend erfgoed
Opening te Wat Phra Dhammakaya
Netherlands
“Levende erfgenaam”
Geachte vertegenwoordigers van de gemeenten Druten en West
Maas en Waal, geachte leden van de commissie Open Monumentendag Maas en Waal,
dames en heren,
Toen ik hoorde over het thema Levend Erfgoed, moest ik denken
aan een onderdeel van mijn eigen traditie. De landelijke opzet van het thema
wordt uitgelegd als “… de culturele gebruiken, tradities en ambachtelijke
vaardigheden die mensen van huis uit hebben meegekregen, die zij zich eigen
hebben gemaakt en die zij op hun beurt weer willen doorgeven”. Deze uitleg is
voor mij heel relevant, want het gaat over de mens achter het erfgoed. Wanneer
we naar een oude kerk kijken, een oude molen of een oude boerderij, dan
realiseren we ons dat dit erfgoed is dat door mensen is gemaakt, door mensen is
gebruikt en door mensen wordt voortgezet. Erfgoed is dus niet enkel een
verzameling van gebouwen, maar is een continu proces van doorgeven en
ontvangen, van vader naar zoon, moeder naar dochter, leraar naar leerling, van
generatie op generatie.
In een oude tekst uit het vroege boeddhisme spreekt de
Boeddha tegen zijn leerlingen over de waarde van het zijn van een goede
erfgenaam. Hij zegt: “…monniken, wees mijn erfgenamen in de geestelijke, niet
in materiële zaken, want op dat punt ben ik bekommerd om jullie.” De Boeddha
was bezorgd om zijn leerlingen die intraden als monnik of non en in een
klooster kwamen te wonen, dat ze zich te veel met de materiële aspecten zouden
bezighouden van het onderhouden van het klooster en het bezit daarvan. Hij drukte
hen op het hart werk te maken van de spirituele waarden die schuil lagen achter
dat klooster, de waarden en normen van de traditie. Zijn leerlingen zouden niet
alleen moeten proberen goed te zorgen voor het materiële kloosterwezen, maar
ook zich met hart en ziel inspannen om de geestelijke beoefening in stand te
houden die dat materiële kloosterwezen had mogelijk gemaakt.
Toen onze gemeenschap in 2017 de eer kreeg om deze kerk voort
te zetten door er als herbestemming een boeddhistische tempel van te maken,
besefte ik nog maar weinig wat er allemaal achter dit bouwwerk schuilging. Maar
ik kwam er al snel achter dat deze kerk een product is geweest van de moed en het
voorstellingsvermogen – en de moed om zich iets voor te stellen – van een
kleine groep mensen die hun pas geworven vrijheid als katholiek wilden vieren
door de bouw van een formidabele kerk. Een kerk die vorm kon geven aan hun
waarden en normen en deze waarden kon vieren en tijdloos maken.
Maar die tijdloosheid spreekt niet vanzelf. Deze kerk, die nu
een tempel is, en met deze kerk elk ander monument, is afhankelijk van de
inspanning van de mens. Wanneer mensen zien dat dit gebouw een deel is van een
levende traditie, willen ze het komen bezoeken, willen ze het in standhouden,
willen ze het tijdloos maken. De erfgenaam van het erfgoed heeft daarmee de
immense maar ook vreugdevolle verantwoordelijkheid om het monument te beleven,
te duiden, en als deel daarvan er ook nieuwe vormen aan te geven. De
herbestemming van onze kerk als tempel brengt deze verantwoordelijkheid met
zich mee. We hebben op onze beurt geprobeerd de geschiedenis voort te zetten
door het gebouw te blijven gebruiken door morele en geestelijke waarden te
blijven ontwikkelen en uitdragen. Inmiddels is de voormalige pastorie hiernaast
een klooster geworden dat nu een plaats van oefening biedt aan vijf
boeddhistische monniken; en nadat het kruis van de kerk viel in 2018 door een
wilde storm, hebben we een nieuwe bekroning geplaatst die onze
Thais-boeddhistische traditie een gezicht geeft, maar ook past bij de rest van
de voormalige kerk.
De overdracht van cultureel erfgoed is tenslotte niet enkel
een kwestie van het zijn van een goede erfgenaam. Dat zou te passief zijn. Het
gaat ook om het zijn van een goede “erflater”. Een woord dat we normaal
associëren met iemand die overleden is, maar eigenlijk is het achterlaten van
een erfenis iets wat we voortduren kunnen doen in ons leven door onze
gedachten, woorden en daden. Om dit te illustreren vertel ik graag het beroemde
boeddhistische verhaal van Koning Makhādeva. Koning Makhādeva was een wijze
koning, zo gaat het verhaal. Hij vertelde zijn persoonlijke barbier dat hij op
een dag in de toekomst zijn baan als koning zou stopzetten en voor een
geestelijk leven zou kiezen. Maar hij had wat hulp nodig van zijn barbier om
hem hieraan te herinneren. Daarom drukte hij zijn barbier op het hart dat als
deze op een dag ook maar één grijze haar op het hoofd van de koning zou
ontdekken, dat hij dan de koning meteen op de hoogte moest stellen. Zo gezegd,
zo gedaan. En zodra de barbier de koning op de hoogte bracht, liet deze zijn
leven in het paleis achter en werd een rondtrekkend monnik, die zich toelegde
op het geestelijk leven.
Maar het verhaal is nog niet ten einde. Want voordat koning
Makhādeva zijn paleis achterliet, vertelde hij zijn zoon de kroonprins dat deze
hem nu moest opvolgen als koning. Bovendien stond hij erop dat zijn zoon enkel
koning zou zijn tot het moment dat – inderdaad – hij zijn eerste grijze haar op
zijn hoofd kreeg. Het verhaal gaat verder dat elke koning deze traditie weer
voortzette, voor generaties lang, van vader tot zoon. Totdat op een dag er een
koning was die vertikte zijn luxe, materiële leven in het paleis achter te
laten. Hij zette ook de traditie niet voort, en dus kwam het gebruik tot een
einde. Hij was daarmee de laatste die het gebruik kende.
Aan het einde van het verhaal zei de Boeddha, die dit verhaal
vertelde, dat hij ook een traditie had waarvan hij wilde dat iedereen dit
voortzette. Dit is wat bekend staat in het boeddhisme als het Achtvoudige Pad,
een pad van moraliteit, geestelijke oefening en wijsheid. De Boeddha spoort bovendien
iedereen aan zich de vraag te stellen: ben ik de laatste die over dit pad
leerde? Of heb ik het geleefd, en aan de volgende generatie doorgegeven?
En het is in die zin dat we allen erflaters zijn van
een levende traditie. We zetten deze traditie voort door het te leven, door het
te duiden en er nieuwe vormen aan te geven. Door de waarden en normen van dit
cultureel erfgoed te begrijpen, te beleven en te ontwikkelen in ons eigen
leven. Door niet te laatste zijn die hierover leerde. Ik dank u wel.
No comments:
Post a Comment
Note: Only a member of this blog may post a comment.